Op deze pagina is een bijzondere weersituatie beschreven waar ik een storm chase op heb uitgevoerd. Een overzicht van de meest gelezen verslagen kun je hier vinden; de subkopjes in het menu tonen alle data waarvan een chaseverslag te bekijken is.
Kijk hier voor uitleg over gebruikte termen
31 jul/1 aug 2017
Ontsnapt aan de dood: bliksem op 20 meter
Een tamelijk rustige en koele periode op weergebied komt ten einde. Warme, vochtige lucht uit Zuid-Europa wordt langs de Alpen naar het noorden geblazen en vooral in het oosten van Frankrijk en flinke delen van Duitsland kan dat gaan leiden tot grootschalig zwaar onweer. Nederland zelf blijft aan de koude zijde van het front, waardoor we op reis moeten. Maar dat is met het oog op de weerkaarten geen issue! We staan alleen voor een moeilijke keuze: pakken we alleen de (gevaarlijkste) setup op 1 augustus, of storten we onszelf in maximale vermoeidheid en halen we ook al de nacht ervóór door?
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Route: Nijmegen – Koblenz – Limburg a/d Lahn – Frankfurt – Erfurt – Nijmegen
Landen: Nederland, Duitsland
Afstand: 1130 kilometer
Max gemeten windstoot:
76 km/uur
Link Youtube video:
https://www.youtube.com/watch?v=dCQQ_5e3tn8
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Na twee absolute topzomers, beleven we dit jaar een vrij moeizaam chaseseizoen. Vrij veel halve onweerskansen in juni hebben zelden iets speciaals opgeleverd en juli grossiert tot nu toe helemaal niet in onweersrijke perioden. Van 27 t/m 30 juni zijn we als extra actie nog naar de Povlakte geweest in Italië en daar waren de onweerskansen wel stevig, maar evenmin écht groots. Twee supercellen die we daar konden onderscheppen zaten grotendeels verscholen in de neerslag, wat wel een flinke hoeveelheid schade heeft opgeleverd. Ook modderstromen waren niet mals. Dat soort zaken zijn zeker in berggebieden natuurlijk niet chasebaar en het leveren bovendien veel teveel ellende op voor de plaatselijke bevolking. Omdat die Italiëchase niet echt een apart chaseverslag behoeft (er zijn die trip zowel weinig dingen goed als serieus misgegaan – er was gewoonweg niet heel veel spectaculairs), nemen we hier nog een stukje mee van die dagen.
Het hoogtepunt was een forse blikseminslag op circa 200 meter afstand langs het meer van Lugano (zie de link naar Youtube bovenin dit verslag) én een downburst die flink wat schade veroorzaakte. We struikelden in een dorpje vlakbij Verona zowat over de elektriciteitskabels. Levensgevaarlijk natuurlijk! De politie was daar echter zeer vrijgevig en gaf ons toestemming om even wat beelden te maken. Verder viel onderweg in de Duitse heuvels nog een fraaie 'plusser' in het dal voor onze neus, wat een enorme dreun gaf. Die momenten vormden tot op heden de hoogtepunten van het seizoen 2017. Daar hebben we wel in totaal ruim 5000 km voor moeten rijden. Maar ook een jaar als dit hoort natuurlijk erbij.
Enkele plaatjes (CG Lake Lugano, rolwolk en stormschade) van eerder dit seizoen uit Italië, 27-30 juni 2017
CG+ in de heuvels van Duitsland, 27 juni 2017
Inmiddels zitten we alweer in de laatste dagen van juli. En die ene grootschalige en heftige onweerssituatie lijkt er alsnog te komen, alleen niet in Nederland zelf. Maar dat is niet erg. Een opstoot van warme vochtige lucht uit Zuid-Europa (daar is het lokaal ruim 40 graden) stoomt vanaf 30 juli op en kan eigenlijk vrijwel direct voor zware convectie zorgen. Zowel de setup op 31 juli (avond) als die van 1 augustus valt grotendeels onder invloed van de linkeruitgang van de jet, waardoor buien extra dynamisch van aard kunnen worden. Een buiensituatie zoals die nu geschetst wordt zagen we voor het laatst op 22/23 juni 2016. We weten ongetwijfeld nog wel waar dat toen in resulteerde.
Het is zaterdag 29 juli eind van de middag. Al dagen hebben we in Nederland te maken met een vrij koude noordwestenwind, waarbij geregeld wat regen valt. Zoals meestal deze zomer liggen we aan de koude zijde van een front. Dat geldt echter niet voor het centrale/oostelijke deel van Frankrijk en Zuid-Duitsland. Daar zijn de temperaturen al aan een stijging begonnen en die zet de komende 48 uur door. Vervolgens moeten boven het warme Frankrijk meerdere thermische lagedrukgebieden ontstaan, die met een krachtige zuidwest-stroming richting Duitsland worden getransporteerd. Het ‘leefgebied’ van de buien oogt wel vrij beperkt: in het zuiden/zuidoosten liggen de Alpen en Vogezen, slechts enkele honderden kilometers naar het noorden golft het koufront en ook vanuit het westen stoomt een koufront langzaam op om de warme lucht spoedig te verdrijven. Daar tussenin moet alle convectie plaatsvinden. Maar de geringe grootte van het gebied mag weinig aanleiding geven voor een afzwakking van de situatie. Het dient allemaal nèt even precies goed te vallen.
Weerkaarten (luchtdruk hPa/hoogtewind en T850) voor de nacht van 1 augustus 2017 (02 uur) - GFS/Wetter3.de
De eerste onweerssituatie moet zich in de late avond van maandag (31 juli) voordoen in het noordoosten van Frankrijk, grofweg vanaf Reims tot de grens met Duitsland. Overlap is hier veelal 2000 J/kg CAPE met een slordige 40kn windschering, lokaal zelfs 45kn. Ruim voldoende voor het ontwikkelen van supercellen. Deze buien kunnen als bow-echo/MCS vervolgens de nacht overleven en tot diep in Duitsland raken. Maar dan moeten de cellen wel precies tussen het Vogezengebergte en het koufront bij de Eifel doortrekken. Het tweede regime dinsdag overdag biedt diep in Duitsland mogelijk >3000 J/kg met daar zelfs richting 55-60kn aan windschering. Die setup is dus verreweg het meest interessant. We hebben echter vaker beschreven dat de eerste setup van een reeks, wanneer nog geen storende bewolking aanwezig is, het vaakst verrast.
Die gedachte gaat ook nu op. Een uitstekende reden voor ons team om al maandagavond te vertrekken voor een nachtje ‘doorhalen’. We kunnen, zoals vrij veel andere storm chasers doen, ook ervoor kiezen om pas dinsdagochtend te vertrekken voor de setup in Centraal- en Oost-Duitsland, maar garanties heb je nooit dat die situatie verloopt zoals modellen nu laten zien. Bij het pakken van twee potentiële setups verdubbel je nu eenmaal je eigen kansen op succes. Helemaal in zo’n karig stormseizoen waar we momenteel mee te maken hebben. Resultaten van de voorgaande maanden wegen zeker zwaar mee in zo’n keuze. Het gaat ten koste van een volledige nacht slaap, maar dat halen we later wel in.
Weermodellen tonen voor met name 1 augustus zeer zware onweersbuien een paar honderd kilometer over de Duitse grens. Hiernaast is de modelrun van het WRF-model weergeven, van zondagavond 30 juli (voor dinsdag 1 aug om 15utc). We zien een trein van ten minste vier sterk ontwikkelde supercellen die allemaal langs de oostzijde van het koufront zijn ontwikkeld. De windvaantjes tonen aan dat er een forse hoeveelheid windshear aanwezig is: her en der zelfs bijna 60kn. De verwachte convectietemperatuur ligt rond 31 graden, maar met een beetje ‘hulp’ van orografie moet het vanaf 29,5 tot 30 graden ook wel lukken. Mits ruim voldoende instraling van de zon, maar dat is altijd een factor die pas op de dag zelf duidelijk wordt. Het is zaak om voor deze dag zo vlug mogelijk vrij te nemen.
Dat verlof regelen blijkt echter niet zo eenvoudig. Het is hartje zomervakantie en veel mensen zijn afwezig. Met een beetje ‘vooruit’ werken en een dag ruilen (donderdag heeft uiteraard de voorkeur) met collega’s krijgen we het echter allemaal voor elkaar. Alle lichten staan dus op groen voor een storm chase naar onze oosterburen!
De situatie verandert de runs daarna een heel klein beetje. Dag één van de tweedaagse komt steeds prominenter in de weerkaarten te staan, maar ook een fractie westelijker boven het noorden en noordoosten van Frankrijk. Maandagavond wordt de potentie voor supercellen nu duidelijk in Frankrijk berekend en het is de vraag hoe oostelijk die buien nog Duitsland in weten te komen. Niet daarop rijden valt altijd nog te overwegen, omdat het risico bestaat dat we zomaar eens met lege handen kunnen staan. Het werk laat namelijk geen eerder vertrek toe dan omstreeks 18.00 uur en tegen die tijd zijn de eerste onweders waarschijnlijk al actief in Frankrijk. Onze kans voor de nachtperiode moet volledig boven Duitsland liggen. Absoluut geen uitgemaakte zaak, maar we gaan ervoor.
Het is maandagmiddag 31 juli, even na 16 uur. Vanuit het werk hebben we aan de lopende band nieuwe weerkaarten binnen zien stromen. Kaarten die onze keuze overtuigend lijken te bevestigen: vanavond volgt al het vertrek naar Duitsland! De supercellen die zich boven het noordoosten van Frankrijk moeten ontwikkelen zijn voor ons qua timing geen haalbare kaart, maar de buienclusters (bow/MCS) voortkomend uit die cellen in een later stadium wel. Ons target wordt in eerste instantie de omgeving tussen Koblenz en Mainz, ergens in de buurt van snelweg 61. Eventueel is een oostelijkere locatie ook mogelijk richting Frankfurt, maar dan ben je natuurlijk alweer één tot twee uurtjes verder in de tijd.
Ik rij zelf tegen 18.00 uur weg uit de regio Nijmegen en ons vertrek vanuit Zuid-Limburg vindt plaats even na 21.00 uur. Het verkeer zit door wat ongevallen een beetje tegen, maar uiteindelijk zijn we dan toch onderweg. Buiten is het intussen ook in Limburg behaaglijk met ruim 23 graden en weinig wind. Wanneer we de auto instappen is een schitterende vuurrode zonsondergang aan de gang boven ons hoofd, waar ik snel een plaatje van maak. De eerste foto van deze chase. Een teken dat het wel goed moet komen?!
Zonsondergang in de avond van maandag 31 juli, boven Zuid-Limburg
We zijn amper de grens over wanneer de eerste beelden van enkele mede storm chasers uit Nederland ons onder ogen komen, vanuit Noordoost-Frankrijk. Oei, daar zit toch wel fraai spul tussen! Jammer dat die setup voor ons te vroeg is gekomen, maar de buien lijken zeer sterk ontwikkeld en gaan het best een tijdje volhouden. Eens zien wat we nog uit deze lange nacht kunnen persen qua actie en fotografie.
De rit naar Koblenz verloopt voorspoedig en we staan even na 23.00 uur, het is nog niet eens helemaal donker, bovenop een heuvel voor de eerste onweersbui. Dat celletje stelt echter bar weinig voor. Af en toe wordt wel een ontlading geproduceerd en één keer betreft dat zelfs een CG- die met duizenden kleine vertakkingen tegelijk omlaag schiet. Maar net buiten het beeld van de camera. Beetje jammer…
Tegen middernacht valt ons oog op een forse bow-echo die in ontwikkeling is bij Luxemburg. Dit systeem komt voort uit de clustering van meerdere supercellen die zich in de omgeving van Metz hadden ontwikkeld. Het gevaarte haalt op de bliksemdetectie al snel een frequentie van meer dan 300 ontladingen/minuut. Dan loop je altijd het risico op IC-ontladingen, ofwel weerlicht. Maar die gok moeten we nemen. De bow-echo lijkt echter recht over de zuidelijke Eifel te koersen (omgeving Trier/Morbach) en als het even kan, willen we hem meerdere keren onderscheppen. Dat gaat in die regio sowieso niet lukken. Bovendien hebben we uitermate slecht uitzicht in de bossen van de Eifel. We besluiten zodoende terug te rijden naar Koblenz en snelwegen 48 / 3 te pakken in oostelijke richting, naar Limburg a/d Lahn. Hierdoor krijgen we de bow-echo pas een uur later goed in het vizier, maar de uitvalswegen bieden ons wel een ultieme kans om hem enkele keren voor te blijven. Althans, zo is het plan dat ter plekke omhoog komt borrelen.
Rond 01.15 uur staan we op een prachtige heuvel circa 10 km ten zuidwesten van de Duitse stad Limburg a/d Lahn, slechts enkele minuten bij de snelweg vandaan. Met wijds uitzicht van zuid tot noordwest. In het dal pal voor onze neus ligt een klein dorpje (genaamd Flacht) dat mooi wordt verlicht. Als de aanstormende bow-echo niet van koers wijzigt en “gewoon” blijft leven (niet onbelangrijk!), dan kan dit wel eens ontzettend fraaie plaatjes opleveren. Het eerste weerlicht van de buien is reeds zichtbaar, terwijl dat spul nog minimaal 110-120 kilometer verderop hangt. Het aambeeld van de cell reikt echter al tot ruim boven ons hoofd. We moeten nog even geduldig wachten tot het allemaal wat interessanter wordt.
In het uurtje daarna gaat het ineens snel! De bow ontwikkelt ineens meer snelheid en komt al gauw met een vaart van 75-80 km/uur op onze stek af denderen. Geleidelijk aan komt er ook wat aangroei op de zuidkant. Daardoor staan we niet meer helemaal perfect op de bui (liefst heb je natuurlijk een positie op de zuidoostflank), maar op zich is dat geen ramp. We krijgen nu een gedeelte over ons hoofd dat al meerdere uren actief is. Dat stuk op de bow gaat ook gepaard met aanzienlijk meer ‘aambeeldregen’ aan de voorzijde. Door de krachtige wind op hoogte wordt stratiforme regen als het ware voor de onweersbui uit geblazen, waardoor je al tientallen kilometers voor eigenlijke passage van het onweer in de neerslag terecht komt. Verre van ideaal en helemaal voor fotografie niet, maar we moeten het ermee doen. We beseffen dat het nu zonde zou zijn om deze fraaie locatie vaarwel te zeggen en halsoverkop in het donker een nieuwe stek te zoeken. Met het risico dat je gewoon te laat bent. De bow ligt namelijk nog een kilometer of 30 bij ons vandaan. Weerlichten worden feller en steeds frequenter: bij tijden tellen we al gemakkelijk 70 flitsen per minuut. Het is echter allemaal (vaag) weerlicht. Zichtbare kanalen zijn er vooralsnog niet. Ook het geluid duidt niet op veel CG onweer.
De camera loopt intussen gewoon rustig door op de intervalstand, terwijl het aardig is gaan regenen. Niet vreselijk hard, maar je wordt er flink nat van. Gelukkig hebben we een paraplu bij ons. Bliksemontladingen hoog in de wolk vliegen inmiddels overal door de lucht tot ruim achter ons aan toe, maar nog altijd hebben we niet één kanaaltje gespot. Geen crawler en al helemaal geen inslag. Het is verder doodstil buiten: waaien doet het nauwelijks en ondanks een enorme lichtshow, is helemaal niets van enig gedonder of gerommel hoorbaar. Alleen het geluid van krekels in de achtergrond en het getik van regendruppels op onze paraplu’s.
Bovenkant van de shelfcloud, Limburg a/d Lahn, 1 aug 2017 rond 02.35 uur
Dan, rond 02.35 uur, doemt ineens een enorme shelfcloud op boven de heuvels tegenover ons! Een scherp afgetekende lijn ‘rolt’ als het ware over het landschap, terwijl we de basis van de wolk nog niet eens kunnen zien. Het gevaarte wordt constant aangelicht door pulserende bliksemontladingen en zowaar krult nu ook een eerste verdwaalde crawler door de lucht. Het lijkt bij tijden wel midden op de dag. Bovendien steekt een stevige wind op, maar wel vanuit onze rug. Deze bow is duidelijk erg krachtig ontwikkeld en voorlopig niet van plan ermee te kappen.
De shelfcloud is in no time gepasseerd en dat gaat verrassend rustig. De wind klapt wel om naar het zuidwesten: de maximale windstoot die we op de meter krijgen is ruim 75 km/uur. Daarna kijken we pal de whalesmouth in. Blijkbaar is de shelfcloud al een flink eind voor de eigenlijke cell uit gerold, waardoor een afstand van ruim 10 km is ontstaan tussen shelf en het onweer zelf. We kunnen dus rustig nog even blijven staan. Nu is het vooral hopen op mooie bliksem, want fotografisch was dit tot op heden niet fantastisch. De shelfcloud werd niet voldoende verlicht en was te snel voor fraaie plaatjes.
We aanschouwen inmiddels een lichtshow van ruim boven de 100 bliksemontladingen per minuut. Nog steeds gaat het echter hoofdzakelijk om wolk-wolk ontladingen en opvallend weinig fotogeniek spul. Op dat moment kunnen we echter niet vermoeden dat die situatie binnen amper tien minuten tijd compleet zou veranderen. Tot bijna het gestoorde aan toe. Nooit eerder hebben we momenten beleefd tijdens een chase die spoedig zullen volgen.
Bliksemdetectie (Stormarchive) met onze locatie bij de blauwe stip, dinsdag 1 aug 2017 om 02.45 uur
Het is 02.42 uur. Lichte regen zweeft op een matige zuidwestenwind door het landschap, fel verlicht door talloze hoge bliksemflitsen. De neerslag van de bow-echo zelf schuift in de verte langzaam over de heuvels verderop. Binnen enkele minuten wordt het tijd om in te pakken en een locatie verder oostwaarts op te zoeken. Dachten we. Ineens: poef! De eerste blikseminslag van de nacht schiet omlaag op ca 3 km afstand, ongeveer langs de rand van de intense neerslagkern. De CG is bij iedereen mooi op beeld gevallen en er gieren enkele kreten van euforie door de heuvels, zowel door mij als Tom die naast mij staat met zijn camera.
De inslag blijkt een minner, we horen er nauwelijks geluid van. Slechts een vage rommel die ons binnen tien seconden bereikt. Intussen valt een tweede CG op vrijwel dezelfde plaats, terwijl we nog de bliksemopname van zojuist staan te bekijken. Niet heel handig! Ik heb de camera koud opnieuw aan staan, wanneer een derde nog veel fellere inslag recht boven het dorp valt. Deze heeft al veel meer weg van een CG+ en de afstand is ook al veel korter: de dreun is tamelijk oorverdovend en bereikt ons binnen een seconde of zes. Dat komt neer op een afstand van nauwelijks 2 kilometer. Druppeltjes op de cameralens verraden dat het weer aardig doorregent op dat ogenblik. Toch ligt de kern nog altijd een eind bij ons vandaan.
De derde blikseminslag om 02.44 uur, in WZW-richting. Afstand maximaal 2 km
Er blijkt zich uit het niets een zeer bliksemactieve kern te ontwikkelen vlak vóór de neerslag van de bow. We kunnen niet helemaal goed inschatten waar die kern zich precies naartoe begeeft. Het aantal ontladingen is aanhoudend uitzonderlijk hoog en ligt inmiddels zelfs tegen de 150 flitsen per minuut, het gros ervan nog altijd hoog in de wolken. Maar het punt waar al die CG’s plotseling uit omlaag komen is zeker iets om goed te volgen.
Voordat we het samen daarover kunnen hebben, vliegt de volgende inslag tegen de aarde. De tijd is 02.45 uur. Ditmaal vindt de ontlading iets meer links plaats ten opzichte van onze locatie, meer in het zuidwesten. De vorige drie zaten duidelijk westelijker. Op het schermpje van de camera zie ik dat dit niet één, maar twee bliksemstralen vlak langs elkaar betrof. De knal is opnieuw diep en scherp: vier seconden tussen flits en donder. We moeten dus denken aan een afstand van minder dan 1,5 kilometer tot onze locatie. Misschien wordt het tijd om langzaamaan op te gaan ruimen? Zo’n CG actieve kern is namelijk tot gekke dingen in staat.
Dubbele blikseminslag om 02.45 uur, in ZW-richting op ongeveer 1,5 km
Nog altijd is het 02.45 uur. Onzekerheid maakt zich meester over me, want de situatie voelt nogal dreigend aan. Je weet dat de volgende inslag ergens vlakbij kan vallen, maar waar? Voor het laatst heb ik dit ervaren op 2/3 juli 2015 tijdens een soortgelijke bliksemsituatie, al vielen de CG’s toen al langdurig en relatief gestructureerd omlaag. Die avond ben ik gestopt op het moment dat dé bliksemopname van het jaar op het geheugenkaartje stond. Is dat nu dan nog niet het geval? Je moet je voorstellen dat al deze informatie binnen luttele seconden door je hoofd schiet. Er zit wel een bepaald patroon in de locatie van de blikseminslagen: ze begonnen twee minuten geleden recht voor ons in het westen en hebben zich steeds verder naar het zuiden verplaatst. De kans is dus groot dat de volgende weer wat zuidelijker valt. Ik draai mijn camera een heel klein stukje bij. Bovendien zoom ik zo ver mogelijk uit: tot 14mm.
Alsof de duivel ermee speelt, schieten tijdens de eerstvolgende nieuwe opname drie enorme inslagen tegelijkertijd omlaag. Eén op de locatie van de eerste bliksemschicht enkele minuten geleden en eentje ruim achter het dorp. Maar de derde is schokkender: die vindt zijn ‘plekje’ midden in het dorp dat voor ons ligt, op een afstand van 600-700 meter. De plek waar deze CG vanuit de wolk ontlaadt is niet meer zichtbaar op beeld, vrijwel recht boven ons hoofd.
Drie blikseminslagen tegelijk bij Limburg a/d Lahn om 02.46 uur, zichtrichting: westzuidwest (WZW)
Het voelt niet oké om nog langer te blijven staan, maar ik besluit nog één laatste foto met een sluitertijd van tien seconden te nemen. Vreemd genoeg gooi ik eerst automatisch het diafragma omhoog naar F/9.1. Terwijl ik de cameraknop indruk, valt me een heel specifiek geluid op. Een soort streamertje, alsof je elektriciteit hoort stromen terwijl je een stekker tegen het stopcontact houdt, maar hem net niet erin steekt. Voordat ik kan beseffen wat er gaande is, worden we totaal verblind door een enorme bliksemflits. Eentje waarvan ik direct besef: die viel dichtbij, HEEL dichtbij. Veel té dichtbij. Ik ben nog wel zo helder bij verstand om de sluiter van de camera handmatig te sluiten (na 2,9 sec) en vlieg daarna de auto in.
Eenmaal in de auto heb ik geen flauw benul waar de bliksemontlading is gevallen. Eén ding weet ik wel zeker: zelf ben ik niet geraakt. Kijk even naar buiten om te checken of Tom ook in orde is, maar die staat zijn spullen ter plekke in te pakken. Hij had zijn camera juist naar links gedraaid en heeft de ontlading helemaal gemist. Het geluid van die ‘streamer’ voorafgaand aan de bliksemontlading speelt zich nog enkele keren af in mijn hoofd. Dan druk ik op mijn camera op de knop ‘beelden afspelen’ om de laatste foto te zien. Ik veeg de druppels van het schermpje af. IJskoude rillingen rollen van boven naar beneden over mijn rug. Eigenlijk over het hele lijf. Ik roep Tom, die nog altijd buiten staat te klooien met zijn spullen. Intussen valt een volgende CG omlaag, ditmaal enkele honderden meters achter de auto. Het beeld dat me onder ogen komt op mijn eigen camera is de volgende:
Preview van het cameraschermpje van de nabije blikseminslag, Limburg a/d Lahn (D) rond 02.50 uur
Een minner viel naar schatting op nauwelijks 30 meter voor onze neus, recht langs het asfalt van de weg. Een fractie van een seconde voor de ontlading heb ik het contact tussen wolk en aarde blijkbaar kunnen horen, in de vorm van een streamer. Het is lastig uit te leggen hoe zoiets exact klinkt en je zou het eigenlijk moeten filmen, maar op dat moment hadden we geen videocamera draaien. Meteen besef ik hoe ontiegelijk veel mazzel we hebben gehad.
Wij waren met onze statieven het hoogste punt bovenop een open heuvel. Geen boom of andere struik binnen een straal van honderd á tweehonderd meter in de buurt. De auto had als bliksemafleider kunnen fungeren, maar die stond een meter of vijf achter ons. Camera’s en apparatuur functioneren na deze gebeurtenis nog prima, dus niets heeft direct contact gemaakt met de inslag. Een wonder. Vooraf voelde ik wel aan dat het niet pluis was, maar dit is zo ongeveer het laatste dat je verwacht. We hebben hiermee ultiem bewijs geleverd dat de bliksem lang niet standaard het hoogste punt in de omgeving treft: dan had ik het verslag dat je nu leest waarschijnlijk nooit meer kunnen schrijven. Logischerwijs komt een tweede onderschepping van de bow er niet. We moeten bijkomen van wat ons zojuist is overkomen.
De opname die uiteindelijk uit de camera rolt, is ongetwijfeld de meest bizarre bliksemfoto van mijn leven. Eentje waarvan de kans uitermate klein is dat ik hem ooit opnieuw zo maak.
Blikseminslag op 20 meter afstand, Limburg a/d Lahn, 1 augustus 2017 om 02.46 uur
Uit deze opnames heb ik enkele regendruppels, die tegen de lens zaten, verwijderd. Om zo de afstand tussen mijzelf en de CG beter te kunnen inschatten. Mede aan de hand van bliksemdetectie blijkt de inslag op slechts 17 tot 25 meter afstand van onze locatie plaats te hebben gevonden. We houden dus een afstand van grofweg 20 meter aan. De ontlading had een sterkte van bijna -170kA, wat rustig behoorlijk zwaar genoemd mag worden. Op de foto zie je de elektriciteit ook fraai de grond in ‘stromen’. We zijn nadien nog even op de plek van de inslag gaan kijken, maar hebben niets meer gevonden. Hadden we iets verwacht dan? Nou, geen idee eigenlijk. Persoonlijk heb ik nooit eerder 'iets' gevonden op de exacte plaats van een blikseminslag. Je hoort dit wel eens uit het buitenland. De wolkbreuk die volgde kan daar natuurlijk ook oorzaak van zijn geweest. Misschien weggespoeld?
Het aparte is dat ik vlak voor de laatste opname een draai gaf aan de diafragmaknop. Deze instelling regelt de hoeveelheid licht dat in de sluiter valt bij een langer belichte foto. Alle andere bliksemfoto’s zijn geschoten op F/6.3, maar waarschijnlijk was de laatste CG met die instelling totaal overbelicht geweest. Alsof je het voelt aankomen. Ook van enige vorm van geluid kan ik me niets herinneren. Je zou verwachten dat de inslag een oorverdovende knal gegeven moet hebben, maar voor zover ik me herinner hebben we niets gehoord. Of het moet met een soort echo geweest zijn via de heuvel die pal naast ons lag.
Tegen de tijd dat we alles een beetje onderzocht hebben en zijn bekomen van de schrik, is het bijna 04.00 uur. Nog altijd staan we op dezelfde stek tegen onze heuvel en de bow-echo ligt reeds 70 kilometer achter ons. De eerste schemering begint voorzichtig in te vallen. Een bizarre nacht loopt ten einde, maar dit was nog maar het begin van alles. Althans, als we de weerkaarten mogen geloven. We besteden weinig aandacht aan het zeer grootschalige aambeeld dat de nachtelijke buien hebben veroorzaakt. Precies boven vrijwel het volledige doelgebied voor later vandaag…
Estofex forecast voor dinsdagmiddag en -avond 1 augustus 2017
Estofex lijkt zich weinig aan te trekken van de nachtelijke buien. Zij geven al begin van de nacht een level 3 uit voor de kans op zware onweersbuien met (zeer) grote hagel, windstoten en zelfs enkele tornado’s. Met het oog op de weermodellen op zich terecht. De setup die ons te wachten staat oogt bijzonder explosief: er vindt langs het koufront een overlap plaats van meer dan 3000 J/kg aan CAPE met daarbij een effectieve schering tussen 45 en zelfs 60kn. Hierbij moeten we denken aan volwaardige, soms langlevende supercellen die maximaal kunnen profiteren van de omstandigheden aan de warme zijde van het front. Daarvoor is echter wel één element van levensbelang: het moet opwarmen, ofwel de zon moet eerst volop schijnen. Want een convectietemperatuur van 30-31 graden is natuurlijk niet zomaar bereikt. Zelf rijden we direct uit de nacht al even oostwaarts het level 3-gebied in, om tussen Frankfurt en Erfurt uit te komen. Daar proberen we een paar uurtjes in de auto te slapen.
Als je onder andere de simulaties van het WRF-model bekijkt, snap je al vlug waar de forse verwachtingen vandaan komen. Dit zijn de meest extreme vormen van max. reflectiviteit die mogelijk zijn. Eén cell komt zelfs boven de 70dbz, uitzonderlijk hoog voor een verwachting. De supercellen worden in deze uitvoer wel vrij westelijk geïnitieerd, maar dat heeft mede te maken met de startsituatie van deze run. Bewolking na de nachtelijke buien wordt namelijk onderschat, wat zou betekenen dat de supercellen zich makkelijk 100-200 km oostelijker kunnen vormen. Daar gaan wij in ieder geval nu al stiekem vanuit.
Simulaties van het WRF-model voor dinsdag 1 augustus 2017, 15z (run van 1 aug/03z) - Modellzentrale.de
Tussen Erfurt en Frankfurt zoeken we een rustig gebied op met uitzicht om daar op een klein parkeerplaatsje even te tukken. Het valt me op dat het grotendeels bewolkt is. De restanten van buien uit de nacht hebben zo’n omvangrijke plak bewolking gevormd dat vrijwel heel West- en Centraal-Duitsland te maken heeft met grijze omstandigheden. En bovendien wat buiige regen. Met alle gevolgen van dien.
Opvallend genoeg reageren weermodellen nauwelijks op deze verandering. Buien blijven ongekend hevig uit de weerkaarten rollen, maar wel veelal iets later qua timing dan gisteren nog werd voorzien. Het kan zomaar avondwerk worden. Het zwaartepunt valt daarbij enkele honderden kilometers naar het oosten en vooral zuiden. Overigens weinig verrassend, daar waren we al een beetje vanuit gegaan. Wij besluiten omstreeks 11.00 uur nog wat verder in zuidoostelijke richting te verplaatsen. Uiteindelijk komen we ongeveer ten zuiden van Erfurt uit, precies op de grens van de hardnekkige bewolking. Het zonnige en warmere gebied ligt nu tegen onze locatie aan en we verwachten dat deze omgeving een goede kans van slagen heeft. Het is buiten een graad of 25 en er waait een matige zuidoostenwind.
Het satellietbeeld hiernaast toont de situatie van dat moment, dinsdag 1 augustus 2017 rond 13 uur. In de dunne gele cirkel linksboven is Nederland aangegeven. Nog altijd liggen grote gebieden met (ex-) convectieve bewolking over de regio waar later op de dag buienvorming moet plaatsvinden. Her en der valt uit die bewolking ook wat regen. Daarbij is het in de meeste gebieden amper warmer dan 22 tot 24 graden, alleen langs de oostzijde van de bewolking plaatselijk een graad of 26. De situatie lijkt best veel op die van enkele jaren geleden, de setup 27 juli 2013. Qua dynamiek, maar ook buienrestanten die de hele dag standhielden boven het belangrijkste aandachtsgebied. We dreigen vandaag in herhaling te vallen. We houden echter hoop op basis van vooral GFS en WRF dat buienvorming alsnog van de grond komt. Diep in Duitsland loopt de temperatuur uiteindelijk aardig op en we bevinden ons halverwege de middag toch regelmatig in de zon.
De uren verstrijken echter en er gebeurt helemaal niets! Af en toe slapen we wat, dan weer checken we radar/satelliet en andere parameters, maar er vindt gewoonweg niet genoeg opwarming plaats. Hetzelfde bericht vernemen we uit overige regio’s waar andere storm chasers staan. Hoop verdwijnt als sneeuw voor de zon. Om de tijd door te komen ‘edit’ ik enkele beelden van afgelopen nacht en sta tussendoor alvast wat media te woord vanuit het veld. Men heeft via social media namelijk opgevangen wat ons bijna is overkomen; dat trekt interesse en aandacht van zowel binnenlandse als buitenlandse journalisten.
Onze locatie met uitzicht op het zuiden/zuidoosten in de buurt van Erfurt, 1 augustus rond 15.00 uur
Het loopt tegen 17.30 uur en we staan praktisch al de hele middag op dezelfde stek. Boven het Zwarte Woud, circa 300 km verderop, komt een felle bui tot ontwikkeling en dat is pas het eerste exemplaar van de daglichtperiode. Deze houdt echter niet lang stand: binnen een minuut of 20 loopt deze cell drogere lucht binnen en neemt de intensiteit alweer af. Verder is van enige convectie nog altijd nergens sprake. De temperatuur begint bij ons langzaam weer wat te zakken en voor het eerst valt de opmerking om huiswaarts te rijden.
We besluiten even te gaan wandelen in een nabijgelegen natuurgebied. Onaangenaam is het tenslotte niet met 23-24 graden en een zwak tot matig briesje, inmiddels komend uit het zuidwesten. Daaruit maak ik op dat de vore gepasseerd moet zijn en voorzichtig wat minder warme lucht binnen sijpelt vanuit het westen. Terug bij de auto bekijken we nog éénmaal wat radarbeelden en de bliksemdetectie, maar in een straal van honderden kilometers om ons heen bevindt zich eigenlijk nergens onweer. Alleen richting Leipzig/Berlijn zijn een paar elevated buien ontstaan. Met het oog op de winddraaiing en daling van de temperatuur ebt het laatste geloof snel weg.
Bliksemdetectie van 1 augustus 2017, rond 19.10 uur / Stormarchive
Het is mooi geweest: we beginnen aan onze vier uur durende terugreis naar Limburg. Veel andere chasers elders uit Duitsland zijn ook aan de rit terug naar huis begonnen. De dag is op één van de grootste busts ooit uitgedraaid op een level 3-setup in Europa. Uiteindelijk bereiken we in het volledige aandachtsgebied maximaal een stuk of 80 bliksemontladingen tussen zonsopkomst en zonsondergang van 1 augustus 2017. Je kunt je eigenlijk nauwelijks voorstellen hoe deze setup zo heeft kunnen aflopen.
Tóch is het voor ons absoluut niet in een bust geëindigd, maar dat zal niemand verbazen. De nachtelijke cellen meepakken blijkt een gouden zet te zijn geweest. We keren met absoluut uniek beeldmateriaal huiswaarts. Foto’s die ik bij gezond verstand nooit meer opnieuw hoop te maken, zo eerlijk moeten we ook zijn. De opname van de 20 meter-inslag gaat uiteindelijk half Europa én Amerika door. Sommige mensen en journalisten denken dat het niet echt is, maar die zitten er altijd wel tussen. Deze foto gebruik ik in de jaren erna mede voor educatie om aan te tonen hoe de kracht van onweer ‘van dichtbij’ eruit ziet. Nee, over deze beruchte datum (31 juli/1 aug 2017) zijn we voorlopig nog niet uitgepraat.
Dit storm chaseverslag in PDF-formaat:
(c) 2017 Wouter van Bernebeek